Steun ons & teken het Manifest!
Ouders voor Goed Onderwijs is in maart 2018 ontstaan uit onvrede met het huidige systeem voor onderwijs en kinderopvang. Onze actieve kern is klein, maar de achterban groeit snel.
Politieke keuzes zijn nú nodig. We willen dat de Rijksoverheid beleid en wetgeving maakt waardoor scholen en leraren goed onderwijs kunnen geven vanuit een visie die de ontwikkeling, het welzijn en de inspiratie van het kind centraal stelt. Dit moet er gebeuren:
1) Eisen van de leraren vervuld
Nergens is het percentage werknemers met burn-outklachten zo hoog als in het onderwijs, blijkt uit onderzoek van het CBS. Door het groeiende lerarentekort zijn scholen nu al gedwongen om steeds vaker kinderen naar huis te sturen, omdat er geen juf of meester is. Ouders voor Goed Onderwijs steunt PO in Actie voor hogere salarissen voor de leraren en verlaging van de werkdruk.
2) Kleinere klassen, meer aandacht voor ieder kind
Kleinere klassen zijn nodig om ieder kind individuele aandacht te geven en om onderwijs te bieden dat leerlingen in staat stelt om zich maximaal te ontwikkelen, ongeacht intelligentieprofiel, financiële situatie van de ouder en persoonlijke uitdagingen (aandachtsproblemen, gevoeligheid voor prikkels, dyslexie, emotionele omstandigheden thuis, etc.). Vooral kleuters hebben extra aandacht en begeleiding nodig. In de kinderopvang is er een maximum van 8 kinderen per leidster. Op school is het niet ongewoon dat één juf voor een groep van 28 kinderen staat. Ouders voor Goed Onderwijs pleit voor 2 leerkrachten per klas of minimaal een leerkracht en een onderwijsassistent.
3) Minder prestatiedruk, meer creatieve vakken
Prestatiegerichte eisen en toets-druk moet worden verlaagd om stress tegen te gaan bij zowel de kinderen als de leraren. Ouders voor Goed Onderwijs wil minder toetsen, minder jong toetsen en voor leerkrachten een vermindering van de administratieve lasten. Vermindering van de prestatiedruk maakt ook ruimte voor bredere vorming. Op dit moment is er een onevenredige nadruk op cognitieve vakken, waardoor het onderwijs op veel scholen is verschraald. Om kinderen zich breed te laten ontwikkelen moet muziek, theater en beeldende vorming in het standaardpakket.
4) Geef leerlingen de tijd hun talenten te ontwikkelen
Nederland selecteert leerlingen te vroeg voor het voortgezet onderwijs, wat de ongelijkheid tussen kansarme en kansrijke kinderen vergroot. Dat blijkt uit talloze vergelijkende studies en rapporten, o.a. van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Als de selectie niet op 11, maar op 14-jarige leeftijd plaatsvindt, neemt de prestatiedruk af en is er meer tijd om te zien waar kinderen goed in zijn. Dit leidt tot een beter oordeel over hun niveau. Uiteraard moeten snel lerende kinderen wel voldoende uitgedaagd worden als ze langer op de basisschool zitten.
5) Meer autonomie, meer beweging
In het onderwijs moet meer vrijheid komen, meer tijd voor de kinderen om te bewegen en (begeleid) te spelen. Zowel binnen als buiten moet daar fysieke ruimte voor beschikbaar komen. Langdurig stilzitten en stil zijn is niet goed voor de ontwikkeling van het kinderbrein. Kinderen moeten meer ruimte krijgen om zelf te bepalen wat ze doen, zodat ze intrinsiek gemotiveerd zijn om te leren. Plezier in leren moet een prioriteit zijn. Kinderen hebben het recht om een mening te geven en gehoord te worden, ook in het onderwijs. Op dit punt wordt het Kinderrechtenverdrag van de Verenigde Naties vaak niet nageleefd.
6) Veiligheid gedurende de hele schooldag
Tijdens de lunchpauzes wordt de overblijf nu geregeld door mensen van buiten die niet pedagogisch geschoold zijn en die vaak niet overweg kunnen met ordeproblemen. Dit kan de pauzes fysiek en emotioneel onveilig maken. Veel kinderen hebben een hekel aan het overblijf-uur. Kinderen zouden de gehele schooldag, dus ook tijdens de overblijf, onder begeleiding moeten staan van iemand die pedagogisch is opgeleid en deel uitmaakt van het schoolteam.
7) Meer hulp bij zorgbehoefte
Als kinderen speciale zorg nodig hebben, moeten er meteen extra handen in de klas beschikbaar zij Nu laat hulp soms maanden op zich wachten of blijft die zelfs helemaal uit, terwijl er sinds de wet Passend Onderwijs veel meer zorgbehoevende kinderen in het regulier onderwijs zitten. Een betere afstemming tussen onderwijs en jeugdgezondheidszorg voorkomt veel problemen. Op school zou te allen tijde een vertrouwenspersoon beschikbaar moeten zijn.
**your signature**